Beste Achterhoekers. Ik heb ‘t er vaker met jullie over gehad op dit plekske in deze stukskes. Dat kluitje Achterhoekers van ons is een machtig mooi cluppie. Maar wel binnen de eigen bebouwde kom rondom de eigen vertrouwde kerktoren. Dat is het middelpunt van onze wereld en daar gebeurt het. Vice versa en andersom. Wat er in dat dorp verderop gebeurt krijgen we niet eens mee. Bij geluiden voor een samenwerkende Achterhoek knikken we van ‘joa-joa’. Steken de handen in de bokstessen en zuchten; zol mooi wezen maor ja! Van binnen er voor gaan is voor een Achterhoeker totaal iets anders. Een Achterhoeker rent zich dus de benen uit zijn gat rondom die vertrouwde kerktoren. Hij fietst met tranen in zijn ogen een toertje om de kerk als ie van vakantie terug is. Vraag hem wat het mooiste moment van het jaar is en met een brok in zijn keel fluistert hij:”Mien kermis in mien dorp”. Tissues te kort als ie over zijn dorp
begint.En dat: ”met mekaar” zit bij de Achterhoeker tot ver achter zijn oren in al zijn DNA vezels.