Beste Achterhoekers. Het is een gemis dat wij Achterhoekers niet “allen te samen” een kerstborrel hebben. Onder elkaar aan de Achterhoekse teek ons jaar doornemen. De mooie momenten die het waard maken om hier te leven. De mooiste regio van de wereld met die mooie club Achterhoekers. Onze mooie momenten met meibomen, feestroosjes, kermiskoningen, het jawoord van die mooie deern uit de Heurne en alle ooievaars die we met de buurt overal moesten zetten. Intense voorbeelden van onze sociale samenhang. Ons kampioensfeest. Ons succes. Ons met zijn allen gedeelde verdriet en onze stille helden die voor iedereen klaar staan. Dat het volgend jaar voor ons Achterhoekers weer een goed jaar mag worden”. Een stoer Achterhoeks jaar zonder dat dat flauwe “joa-joa” ons weer voor de voeten wordt gegooid. Sinds “joa-joa” ook door beleidsmakers wordt gebruikt om ons af te schilderen als Achterhoekers die als ze ‘joa-joa” zeggen eigenlijk iets anders zouden bedoelen. Dat we iets anders bedoelen dan we zeggen. Achterhoekers bedoelen precies wat ze zeggen. Namelijk dat het een antwoord is op een alderbastend stomme vraag. Dat we niet in de positie zijn om de vraagsteller neer te sabelen als iemand die er werkelijk geen drol van snapt. Dat we coulant zijn en hem enige tijd geven om er zelf achter te komen. Eentje die niet weet hoe onze sociale omgang in elkaar steekt. Voor eens en voor altijd. Wij Achterhoekers zeggen alleen maar “joa-joa” tegen gasten die de baas willen spelen en daardoor onmundig achterlijk uit de hoek komen. Doe dat maar ergens anders maar niet hier bij ons. De enige die precies weten wat we bedoelen en hiervan zijn uitgesloten zijn onze eigen Achterhoekse vrouwen. Die snappen wat wi-j “kearls” wel bedoelen met “joa-joa”.