Normaliter was ik exact op deze dag
stoer over de finish gewandeld bij de 4daagse van Nijmegen. Jarenlang deelde ik dat wandelplezier met duuzenden maar corona kwam en sindsdien hebben wij van de:”Walk of the world” slechts digitaal contact. Wandelen op de plaats rust met rugzakken vol herinneringen: Honderden digitale foto’s van dijken, pleinen en rijkswegen vol wandelaars zover als je kon kijken en ergens daartussen liep je dan met je rugzakje. Altijd pijnlijke poten. Met dat spiertje in mijn linkerbil die altijd in de rechterbil begon te steken boven de dertig kilometer. Dansende rugzakken voor je. Gezichten zie je zelden. Potten vaseline om de kilometers smeuïg te houden en om schuurplekken in de edele delen te voorkomen. Blaren en talkpoeder. Maar dat wandelen was niet echt de uitdaging. Althans voor mij niet.
Natuurlijk zijn al die kilometers een beproeving. Die belachelijke vroege start op de wedren en die te zware gladiolen. Maar het doel is nooit om al die belachelijke kilometers te wandelen. Het echte doel was om de finish te halen want daarna begint pas die 4daagse. Want nadat die dagelijkse finisch is gepasseerd hebben al die wandelaars maar één gedachte:”Nu hebben we het wel verdiend”. Achterhoeks voor nu kan het dak eraf en veranderen allemaal binnen twintig meter van zuchtende en steunende kilometervreters in een heel uitbundig clubje. Euforisch lachende gezichten die samen wat gepresteerd hadden waardoor er een oergevoel loskomt om zoveel mogelijk plezier te maken met iedereen die je voor de voeten komt. Een sokkenpolonaise met lieve gekkigheid. Dat gemeenschappelijke gevoel van samen fiksen we alles. Dansen op de tafels. Althans wij Achterhoekers deden dat altijd zo maar ik moet zeggen de rest van Nederland deed aardig mee.
Reacties
U kunt deze conversatie volgen door in te schrijven op de reactiefeed van dit bericht.