Jullie zouden me hier moeten zien zitten. Op een vakantiebalkon met uitzicht over zee en links zo’n durpke dat van een ansichtkaart is afgevallen. Elke morgen loopt deze Achterhoeker naar de plaatselijke tandeloze bakkersvrouw om met twee vingers in de lucht en met de andere wijsvinger twee van die:”Weet ik veel” knoepers harde broodjes te halen voor ons balkonontbijt. Bij de plaatselijke kruidenier sta ik in de middag te wachten tot de dame achter de toonbank is uitgepraat over weet ik veel waar het over gaat. Ik glimlach tegen iedereen en iedereen glimlacht terug. De twee oude mannetjes die elke uur van de dag urenlang het leven bespreken en in de avond sla ik ze allemaal gebroederlijk op de schouder en geven we rondjes over en weer.
Eigenlijk is het gewoon de Achterhoek. We groeten elkaar hier de hele dag door en ik doe daar vrolijk lachend aan mee en gewoon met mijn eigen mo-j en ho-j want weet ik veel wat ze hier zeggen. Maar soms overkomt er eentje hier iets ernstigs en moeten ze afscheid nemen. Dan eren ze de man of vrouw op muren met grote plakkaten. Meerdere grote witte affiches door het dorp heen met een grote foto van de sympathieke man of vrouw die is ontvallen. Dat zouden wij ook moeten doen. Want we kennen elkaar thuis ook niet allemaal bij naam, vaak alleen van zien. Van jarenlang ho-j of mo-j zeggen zonder dat we de namen weten. Dan is het gewoon:”Den met den Teckel”. De neus of dat kleine lachende kereltje van in de super en missen we zo vaak dat er iemand vertrokken is terwijl we dat toch eigenlijk wel hadden willen weten.
Reacties
U kunt deze conversatie volgen door in te schrijven op de reactiefeed van dit bericht.