Nederlanders zijn geboren met de kont op het zadel: De driewieler, de e-bike of de ATB. In zwermen met de schoolfiets naar school. De formatie racefietsers op zondag. Altijd schreeuwend voorbij jagend in hun chapter kleurtjes. En niet te vergeten onze vertrouwde rammelende caféfiets die ons altijd weer veilig naar huis brengt mits er onderweg geen paaltje staat. Mits er onderweg geen verkeer regulerend beton ligt. Op elke straathoek loert het gevaar. Vele doodsmakken die we gemaakt hebben door betonblokken, betonpaaltjes en betonrichels omdat de mijnheer die fietspaden aanlegt wil dat we precies zo fietsen als hij bedacht heeft. Hier fietsers en daar auto’s met daartussen regulerend beton of gietijzeren palen waar altijd de fiets tegenaan knalt. Melkgebitjes brekende stenen richels. Betonnen driehoeken waartegen je ook je auto aan gort rijdt. Paaltjes waar wielrenners elkaar voor waarschuwen:”Paaltje”. De tweede:”Jongens een Paaltje”maar de derde: “Paaltj…. auwauwauw” en daar gaat weer een sleutelbeen. Deze mijnheer wil ook dat je op fietspaden niet te hard gaat dus maakt hij fietspaden met haakse bochten. Zodat je ineens met je fiets tegen een “hier de bocht om” betonblok je ribben in de vernieling helpt. Snij de weg niet af met je ATB want verstopt tussen het hoge gras liggen betonnen buikjes en sta je weer met een tetanusspuit in je kont bij de dokter. Op afsnijden staat een doodsmak. Staan we weer te huilen met een kapotte fiets en te schelden tegen beton dat geen krimp geeft. Niemand kan klagen. Het is voor de eigen ‘verkeersveiligheid’. Officieel heet zoiets een eenzijdig fietsongeluk. Je valt van de fiets als je weet dat er duizenden slachtoffers zijn en ook dodelijke. Ellende en verdriet en onzinnig beton.
Reacties